-
1 permanent
adj. permanent, vastgesteld; regelmatig; voor altijd--------n. permanent, blijvende haarkrullingpermanent1[ pə:mənənt] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————permanent21 permanent ⇒ blijvend, duurzaam♦voorbeelden:permanent position • vaste betrekkingpermanent wave • permanent -
2 perm
n. een permanent geven; permanenten--------v. een permanent geven; permanentenperm1————————perm2♦voorbeelden:
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский